De gemeente Hilversum staat voor de taak om vóór 1 juli onderdak te regelen voor 155 statushouders, migranten met een verblijfsvergunning. De doelstelling van het afgelopen halfjaar werd niet gehaald, waar slechts 52 nieuwkomers in Hilversum werden gehuisvest. Dit probleem is niet uniek voor Hilversum; landelijk hebben slechts 49 gemeenten hun doelen gehaald, terwijl bijna driehonderd gemeenten achterblijven.
Recente cijfers van opvangorganisatie COA onthullen een totale achterstand van meer dan 12.000 statushouders op de initiële opdracht. Met 17.700 statushouders die dit jaar een woning nodig hebben, komt de totale taakstelling voor het nieuwe halfjaar op bijna 30.000 statushouders - een recordhoogte.
De enorme uitdaging heeft geleid tot een oproep aan corporaties van woningcorporatiekoepel Aedes en de Vereniging Nederlandse Gemeenten om versneld statushouders te huisvesten. Dit zou gemiddeld neerkomen op twee woningen per gemeente, goed voor vier statushouders. Deze inspanningen zijn cruciaal om te voorkomen dat de helft van alle asielzoekerscentra-bedden binnen een jaar door statushouders bezet zijn.
Hilversum is ook betrokken bij de uitvoering van de spreidingswet, welke voldoende opvangplekken moet garanderen voor asielzoekers die nog wachten op een verblijfsvergunning. De gemeente regelt 434 van deze opvangplekken, terwijl andere gemeenten binnen de provincie Noord-Holland verantwoordelijk zijn voor de rest van de provinciale opgave. De gemeente heeft extra financiering van 67.235 euro van het rijk ontvangen voor het vinden van deze plekken.
Minister van Asielzaken, Faber, benadrukt de urgentie om voor 1 juli nog 6000 extra opvangplekken voor asielzoekers te realiseren. Ze streeft ernaar dwangmaatregelen te vermijden, maar dringt aan op actie. Lokale bestuurders en COA steunen het behoud van de wet. Gemeenten en provincies worden aangemoedigd om onderling te ruilen om in totaal 96.000 opvangplekken te realiseren. Commissaris Hans Oosters uit Utrecht vindt het onrechtvaardig dat gemeenten beloond worden voor onvoldoende aanbod in de eerste plaats.